Vanillevlade met gestoofde kweeperen (1895)

Een vanillevla – of vlade – is zo’n typisch oer-Hollands gerechtje waarvan je er eigenlijk nooit bij stilstaat dat je het ook zelf kunt maken. Simpel, en met kweeperen ook nog eens feestelijk. Wist je trouwens dat ze vanillestokjes nu ook in Nederland gaan telen? Wordt het een nóg Hollandser toetje.

Nou ja, dat zou je denken. Want eigenlijk zit er nul vanille in de vanillevla die je in de supermarkt koopt. Daar is het te duur voor (1.500 euro per kilo!). In plaats daarvan is vanillevla gemaakt van vanillline, een aroma dat wordt gemaakt van – hou je vast – schors van de sparrenboom of uit een bijproduct van de papierindustrie. Kijk, dan is zelf maken met een écht vanillestokje meteen een stuk aantrekkelijker, toch?

Vanille bestaat al behoorlijk lang, al voor de ontdekking van Amerika teelden de Azteken dit geurige staafje. Het was daar zelfs een soort betaalmiddel. En logisch natuurlijk ook dat het na de ontdekking van Mexico de Spanjaarden waren die vanille in Europa introduceerden. Maar daarna duurde het nog een hele tijd, een paar eeuwen, voordat het in de vla belandde.

Nepkleur
Ook nog rond 1600 wist men niet zo goed wat men er mee aan moest. Vanille zat vooral in chocola, in tabak en werd ook wel gebruikt als medicijn – als maagmiddel, als een soort viagra en om tandcaries tegen te gaan. Pas na 1800 kwam het terecht in ijs en in vla. Vanillevla is dus eigenlijk niet zo heel erg oud. Tuurlijk, ook in de middeleeuwen maakte men ‘vlade’ of pudding: denk aan appelvla of amandelvla bijvoorbeeld. Gemaakt met melk of room, eierdooiers, suiker, boter en ook wel bloem. Met saffraan werd de vla soms geel gekleurd. Maar de vanillevla zoals we die kennen is toch echt niet ouder dan 150 jaar ongeveer.

Wist je trouwens waarom vanille zo duur is? De bloemen bloeien slechts één (!) dag, en kunnen dus ook maar precies op die ene dag worden bestuift. Wij Hollanders zijn natuurlijk erg goed in het bedwingen van de weersomstandigheden (in onze kassen), dus vandaar voortaan nu ook ‘nedervanille‘.

Beide recepten komen – enigszins aangepast, want ik vond het wel erg zoet – uit Recepten van de Haagsche Koolschool, van Mej. A.C. Manden (lees hier meer over haar).

Vanillevlade
Wat je nodig hebt:

  • 250 ml room
  • 250 ml melk
  • 20 gr maizena
  • 4 eierdooiers
  • 30 gr suiker
  • half stokje vanille

Zo maak je het
Kook de room met de melk en de vanille 10 minuten. Roer de eierdooiers met de suiker en de maizena een paar minuten met een garde (of 1 minuut met de mixer). Voeg suikermengsel toe aan room-melkmengsel en laat alles, al roerende, koken tot de vla gebonden is. Laat afkoelen. (Als je geen velletje wil, dek de vla dan af met een stukje huidhoudfolie.)

Gestoofde kweeperen
Wat je nodig hebt:

  • 2 grote kweeperen
  • sap van een halve citroen
  • 3 kruidnagels
  • 1 stokje kaneel
  • 1 ons suiker

Zo maak je het
De kweeperen schillen, klokhuis wegsnijden en overlangs in acht schijven snijden. Koken in half liter water met de suiker, citroen, kaneel en de kruidnagels. Ongeveer 20 minuten koken, maar prik af en toe vooral om zelf te bepalen hoe zacht of hard je ze wil hebben. Je kunt de kweeperen eventueel verwijderen als ze klaar zijn en het vruchtwater verder inkoken. Als je de pitten van de citroen en het klokhuis van de kweeperen toevoegt (en later weer verwijdert uiteraard) wordt het sap dikker (in pitten en het klokhuis zit pectine, dat werkt als een soort geleisuiker).

One Reply to “Vanillevlade met gestoofde kweeperen (1895)”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.